top of page

Comparison--Trappen van vergelijking:

 

Hieronder zie je de broers John, Tim en George. Ze hebben net een nieuwe voetbal outfit gekregen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

John – 12 years old                              Tim – 14 years old                         George -16 years old

cost of outfit: £35                                 cost of outfit: £40                             cost of outfit: £45

 

Je kunt de jongens met elkaar vergelijken.

Bijvoorbeeld:

George is taller than Tim. - George is groter dan Tim

Tim is older than John. - Tim is ouder dan John.

John is smaller than Tim. - John is kleiner dan Tim.

Tim is  younger than George. - Tim is jonger dan George.

John’s outfit is cheaper than Tim’s outfit. - Johns outfit is goedkoper dan Tims outfit

George’s outfit is more expensive than Tim’s outfit. - Georges outfit is duurder dan Tims outfit.

 

Hoe moet je dit doen?

- Bij woorden met één lettergreep:

-> bijvoeglijknaamwoord + (e)r

 

small – smaller

cheap – cheaper

nice – nicer

 

- Bij woorden met drie of meer lettergrepen:

-> more voor het bijvoeglijk naamwoord

 

expensive – more expensive

interesting – more interesting

 

 

- Woorden met twee lettergrepen volgen óf de eerste regel óf de tweede:

-> eindigen ze op le | er | ow | y, dan wordt -(e)r toegevoegd. Anders wordt more ervoor geplaatst.

 

simple – simpler

clever – cleverer

narrow – narrower

pretty – prettier

awful – more awful

 

Met die vergelijkingen kun je nog verder gaan:

George is the oldest of the three brothers. - George is de oudste van de drie broers.

John is the youngest. - John is de jongste.

John’s outfit is the cheapest.  - Johns outfit is het goedkoopst.

George’s outfit is the most expensive. - Georges outfit is het duurst.

 

Bij het maken van deze woorden volg je dezelfde regels als bij de vergrotende trap. In plaats van -er voeg je echter -est toe en bij de woorden die more er voor krijgen, verandert more in most.

Dan zijn er nog enkele bijvoeglijke naamwoorden die geen enkele regel volgen. Deze zul je gewoon uit het hoofd moeten leren:

good - better - best ---- goed - beter - best

bad - worse - worst ----- slecht - slechter - slechtst

little - less - least ----- weinig - minder - minst

many (meervoud) - more - most ----- veel - meer - meest

much (enkelvoud) - more - most ----- veel - meer - meest

 

Spelling

- bij woorden die bestaan uit één lettergreep en eindigen op klinker-medeklinker, wordt de laatste medeklinker verdubbeld:

 

big – bigger

hot – hotter

 

- bij woorden die eindigen op medeklinker+y, verandert de -y in -ier of -iest:

 

happy – happier – happiest

noisy – noisier – noisiest

 

In het kort.

Dingen en mensen met elkaar vergelijken doe je door middel van de ‘trappen van vergelijking’:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitzonderingen, zoals good-better-best en bad-worse-worst, moet je uit het hoofd leren.

 

bottom of page